Ik ben
begonnen met het vertellen van een verhaal over een kat genaamd Sneeuwbal. In
het verhaal ging Sneeuwbal lekker buiten spelen in de sneeuw, totdat hij de
hond van de buren tegenkwam. Sneeuwbal vond het wel grappig om de hond even te
pesten. Zolang de hond aan de ketting lag, was er niets aan de hand. De hond
werd boos en trok zó hard aan de ketting, dat deze losschoot. Sneeuwbal rende
zo hard als hij kon weg en kon de hond maar nét afschudden. Alleen wist
sneeuwbal toen niet meer waar hij was.
Het baasje
van Sneeuwbal werd een beetje ongerust toen de kat niet ’s avonds thuiskwam en
besloot op hem als vermist op te geven. En het baasje had aan mij gevraagd of
ik hem wilde helpen om een opsporingsposter te maken, samen met de kinderen van
groep 7.
Ik besprak
met de kinderen wat er allemaal op een opsporingsposter moest staan en hoe deze
vormgegeven moest worden. We kwamen tot de conclusie dat de poster wel goed
moest opvallen, maar ook overzichtelijk moest blijven.
Ik had in
het verhaal opzettelijk niet te veel aandacht besteed aan het uiterlijk van
Sneeuwbal, zodat ik dat aan de verbeelding van de kinderen over kon laten.
Ik had de
voor de kinderen een hoop stiften en gekleurd papier neergelegd, zodat ze het
naar eigen inzicht konden gebruiken.
Voor de
kinderen die klaar waren had ik een tweede opdracht verzonnen. Ze mochten het verhaal
van Sneeuwbal zelf afmaken in stripvorm.
Ook merkte
ik dat sommige kinderen het heel erg lastig vonden om met weinig
aanknopingspunten aan de slag te gaan. Ik wilde veel aan de kinderen zelf
overlaten, zodat ze er iets van zichzelf in konden laten zien, maar dat
resulteerde in een groot aantal afgeraffelde tekeningen.
Voor de
volgende keer zorg ik dat ik een duidelijk doel heb in mijn les en weet welke
eisen ik wil stellen aan het werk dat gemaakt moet worden. Ik wil er nog steeds
voor zorgen dat de kinderen hun eigen creativiteit kwijt kunnen in hun werk,
maar zodanig dat ze wel echt iets moeten laten zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten