Met de kinderen van groep 1 voerde ik een kleine beeldende opdracht uit. Die ochtend had een een verhaal verteld over Joris de vlinder. Hij was er dolenthousiast over dat hij een nieuw broertje zou krijgen en werd erg blij van de gedachte dat er straks een klein vlindertje bij hem in huis zou wonen. Joris verbaasde zich echter telkens over de transformaties die zijn broertje doormaakte voordat het een echte vlinder werd. Na het verhaal bespraken we de cyclus van de vlinder nog eens en keken we naar hoe een vlinder precies eruit zag. Daarbij vestigde ik vooral de aandacht op de symmetrie van de vlinder.
Voor de beeldende opdracht had ik een
aantal vlinders uitgeprint waarbij alleen de contouren in lijnen zichtbaar waren.
Ik legde uit dat ik wilde dat ze van deze vlinder maar één helft zouden
beschilderen, met redelijk veel verf, en het vervolgens dubbel zouden vouwen,
zodat de vlinder aan beide kanten dezelfde vleugels zou krijgen.
Ik liet de
kinderen voordat ze begonnen met schilderen eerst elk een schort aantrekken.
Vervolgens gaf ik ze allemaal een blaadje met een vlinder en zei dat ze het
beter nu alvast konden dubbelvouwen, zodat er later niet meer naar het midden
gezocht hoefde te worden. Tot legde ik bij elke kleur verf 1 of 2 kwasten en
vertelde daarbij dat ze deze kwasten alleen bij die bepaalde kleur mochten
gebruiken.
De opdracht
begon goed. De kinderen begonnen met verschillende kleuren een helft van de
vlinder te schilderen. Toen de ene helft beschilderd was, begonnen enkele
kinderen echter ook nog aan de andere helft. Ik had deze kinderen hier op
aangesproken, maar toen ze erachter kwamen dat het dubbelvouwen van een aan
twee kanten verschillend beschilderde vlinder een heel mooi effect gaf,wilden
ze daar verder in experimenteren en heb ik ze maar laten gaan. Stiekem zijn
juist deze vlinders heel erg mooi geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten